Voetbalfans kunnen hun hart weer ophalen… Nog vier nachtjes slapen en dan begint het EK weer. Voor de buis of in het stadion, biertje dr bij en gillen maar. Want dat doen ze nu eenmaal. Heel hard gillen, lees schelden tegen de tv. Dat weten ze zelf vaak niet, maar alleen wij, de meekijkers. Zoiets als meelopers maar dan anders. Die alleen het E of WK kijkt en de rest kan hem gestolen worden. Voetbal zit mij niet in het bloed maar toch als het aanstaat ga je het spannend vinden. Tenminste, ik persoonlijk dan. Ik blijf dr niet voor thuis en als ik ergens iets beters te doen kan hebben, gaat het voor. (Dames gaan voor het balletje…)
Soms is er ook gewoon geen reet aan. Als ze maar wat over het veld wandelen en er is, als het zo uit komt, tegen aan tikken. Je hoeft geen Derksen te zijn om te zien dat het spel dan verstoken is van energie en er dus geen fluit aan is. Nee hoe feller hoe beter, hoe spannender. Daarom kijken er denk ook meer mensen naar de grote wedstrijden zoals het E of WK.
Er is maar een wedstrijd waar ik voor thuis blijf. En die wedstrijd komt er aan. 13 juni om kwart voor negen. Nederland – Duitsland. Ja noem me gek, maar het blijft leuk. Even ongegeneerd moffen roepen tegen de moffen, als ze op voorstand komen. Even nostalgisch eisen dat we onze fietsen en radios terug willen. Al weet geen mens ondertussen wat we met radio’s moeten doen, laat staan dat we onze scootah omruilen voor een fiets.
Gewoon weer even lekker boos zijn op de Duitsers, want geef toe dat voelt gewoon een stuk lekkerder als boos zijn op een Chinees. En dat geeft zo’n wedstrijd al voordat hij begonnen is een stuk extra felheid vanuit de huiskamer. Het is gewoon een wedstrijd die je eigenlijk als Nederlander niet mag missen. Helemaal als je familieleden hebt die de bange dagen van 40/45 hebben meegemaakt. (Als je vader geboren is in 1944 bijvoorbeeld). Ja dan heb je meteen al last van je wortels he… Dan komt zo’n een oorlog een stuk dichterbij en heb je nog meer reden tegen die Duitsers in het verzet te gaan. En dan moet je niet aankomen met: Het is maar een spelletje! Dat zeiden ze in 1940 ook niet, toen we bang zaten opgesloten in het toilet. Ik niet maar mijn opa en oma wel… Voetbal is gewoon oorlog.
En dan moet het dus nog beginnen…