Hoe fantastisch is het dat onze samenleving door middel van het Amerikaanse model geschapen wordt zodat we allen één zijn. Door middel van twitter, facebook en god weet hoeveel apps staan we allemaal in verbinding met elkaar. Je moet er alleen niet, zoals ik vaak op zaterdagavond doe, tussen zitten want dan is het de meest eenzame plek op aarde. Je kruipt onder je steen vandaan en bezoekt je vrienden. Mensen bij wie je graag wat vrije tijd doorbrengt. Mensen die je eventueel inspireren. Mensen die je een warm gevoel geven. Dan hoop je op een goed gesprek, misschien wat annecdotes of sterke verhalen uitwisselen. Altijd leuk.
Tot ik plotseling ineens voor mij uit zit te staren naar een groep zombies die wanhopig met hun vingers over een glazen plaatje wrijven. Zou er coke op hebben gezeten of zo? Ben ik zonder het te weten beland op een seventies party? Ik zie nog geen scheermesjes of opgerolde briefjes van honderd. Gek genoeg heb ik het altijd pas door als het al te laat is. Ineens valt er een stilte… Gemiddeld drie of vier man, meerdere keren per avond. Meestal trek ik op dat moment mijn broek naar beneden en dans op tafel, maar dat heeft nog niemand doorgehad. “Even hoor… ik moet even mijn status…” Einde zin, stilte. “Ja nee ik kreeg even een berichtje.” “Wat dan?” vraag ik. “Oh…niets.” “Kunnen we niet gewoon een gesprek hebben?” “Natuurlijk wel! Kijk ik heb nu een gave nieuwe app op mijn telefoon!”
Voorheen zat je op een feestje en gebeurde er iets komisch. Iemand zakt door een stoel, om maar wat te noemen. Dat hoorde je dan jaren later nog en kon je er smakelijk om lachen, want het verhaal werd beter met de tijd. (De pijn niet minder). Nu douwen ze meteen zo’n kut ding onder je giechel en filmen zehet. Er filmt er altijd wel één ergens omdat je maar nooit kan weten wat je vastlegd. Dan moet je dat filmpje honderd keer bekijken alsof Verhoeven het zelf geregiseerd heeft. Hoe bedoel je, Big Brother is watching. Ik verzeker je dat na twee keer, het filmpje net zo boeiend is als een plusmarkt reclame.
Vroeger had je telefoons…iedereen die een smartfoon heeft even niet verder lezen… Daar kon je alleen mee bellen! Het toestel zat (nu word het echt moeilijk te bevatten) aan de muur vast en een draad ging de grond in vanuit het toestel. Die draad ging onder de grond naar buiten en verbond je met het grote telefoonnet, zie de andere beller. Kan je je dat voorstellen? Als je je mail (toen nog post) wilde checken moest je naar de voordeur van je huis lopen en in de brievenbus kijken. Dat was je mail! Je kon het openscheuren en er een hoedje van vouwen als het je niet aanstond. Hé, nog een mooie: als je muziek wilde luisteren pakte je een cd of een lp of je deed de radio aan. Vergeet het cassettebandje niet. De eerste versie van songpop speelde ik toen ik zes was met m’n broer. We hadden alleen tv tunes die we zelf moesten neurien. Of als we bonen hadden gehad, met scheten.
Er zijn mensen die denken dat het leven ophoudt bij het einde van hun telefoon. Maar ik verzeker je, dat doet het niet. Ik ging voor mijn mobiele toestel naar de winkel en moest heel wat rare blikken ontwijken toen ik zei dat ik alleen wilde bellen en smsen. Allerlei wulpse verkoopstertjes konden zich maar niet voorstellen dat ik geen internet behoefde op mijn telefoon. Daar hadden ze nou nog nooit van gehoord. Uiteindelijk zit ik met het meest simpele toestel en moet je kijken wat ik kan. Ik kan: radio luisteren. Ik heb een zaklamp er in. Een rekenmachine, agenda, drie verschillende spelletjes inclusief patience (Oh lucky bastard). Ik heb een koersconverter, een kalender, een taakblad…wat dat ook is. Een timer, een stopwatch, ik kan smsjes typen en versturen en…ik kan bellen! Ik kan een week later zien wie ik allemaal gebeld heb en wie mij gebeld heeft! Ongelooflijk! Want dat kan je gewoon niet onthouden. En dan nog heb ik het meest simpele ding wat je maar krijgen kan. Een telefoon! 25 euro.
Na verloop van tijd kregen wij thuis ineens een antwoordapparaat, wat werd aangesloten op de telefoon. Nu gaat ie “gewoon” naar voice mail, alsof het nooit anders was. Als je vroeger in de verte ineens de telefoon hoorde en je wist dat je alleen thuis was, rende je voor je leven! Je vloog van de trap af. Brak zowat je nek of anders die van de poes, die vanaf je schoen richting keuken werd gelanceerd. Dan kwamen mijn ouders thuis en vonden ze mij huilend bij de telefoon. “Oh… je was zeker te laat he?” “Ja!” snikte ik. Je wist niet wie het was want je had A geen display op je toestel en B je had geen voicemail. Je was te laat bij de telefoon en het moment was voorbij. Je kon niet weten wie het geweestwas. Misschien was het wel belangrijk! Er zat een negen in ons nummer, niemand belde ons zo maar even op. Weet je wel hoe lang het duurde als je een negen moest draaien? En dan klagen ze nu over even geen bereik… Later installeerde we zo’n glijpaal net als bij de brandweer, inclusief alarmlicht om sneller bij de telefoon te zijn.
Wanneer onze telefoon ging was het als de Rode Lijn. Het telefoontje van de gouverneur die uitstel van executie verleend. Het telefoontje van de president om de lancering op het laatste ogenblik te doen stoppen. Dat was telefonie waar telefonie voor bedoeld was. Iedereen schreeuwde ook : Telefoon! (als‘ie ging). Om er zeker van te zijn dat iedereen hem hoorde. Soms riep m’n zus ineens: “Ik pak hem wel!” terwijl ik al onderweg was. Dan riep ik tijdens mijn vlucht “Waar ben je dan?!” “Keuken!” “Ik ben dichterbij!” “Nee Ikke!” Dus je wist dat het of goed zou gaan, of er zou een enorme crash volgen binnen één of twee seconden, want geen van tweeën wilden wij natuurlijk “de telefoon” opgeven aan de ander. Bovendien waren wij niet de slanksten dus een crash betekende dat er wel eens een nieuwe deur in moest. Tegelijkertijd openden we de deur naar de zitkamer en botsten keihard tegen elkaar aan. Alleen maar om te zien hoe mijn broer met een sadistische grijns de telefoon uitermate relaxed opnam en hallo zei. Hij had gewoon staan wachten op ons om te zien hoe wanhopig wij in aktie waren gekomen. Ik heb heb hem alsnog vorige week op Marktplaats gezet. Mijn broer, niet de telefoon.
Waar je vroeger dan een schat aan informatie kreeg tijdens zo’n gesprek, vandaar het notitieblok bij het toestel, gaat het vandaag de dag nergens meer over. Hoe gesprekken vandaag de dag gaan? “Hey waar ben je? Oh supermarkt… Nee ik heb niks nodig hoor. Hey waar ik voor bel. Uh…wat was het ook al weer. Oh ja… je weet toch dat programma op tv met diedikke. Ja met dat rode haar ja… Oh wacht neem even filterzakjes mee. Maatje 4. Nee die dikke ligt er uit joh. Ja man. Ja…echt raar! Neem ook even een koekje mee…gewoon iets lekkers.” Uit respect voor de lezer laat ik het hier bij, maar geloof mij, dit soort dingen kunnen uren duren. Een ding is zeker, vroeger belde niemand jou op met de mededeling: Ik ben nu in de supermarkt, heb je nog wat nodig? Vroeger zou mijn kaak op de grond hebben gelegen als dat zou gebeuren. Nu? Nu zou ik denken: waarom kom jij zo vaak in de winkel man? Geld te veel?
Begrijp me niet verkeerd: ik vind het echt super cool, alles wat wij nu kunnen met onze mobiele telefoons. Internet erop, waar je vroeger nog met een modempje moest inbellen. En terwijl je eerstin de gaten hield hoe lang je bezig was, kan het nu allemaal vanaf waar je maar wilt. En vaak kost het geen drol. Maar weet je wat het is? Ik wil mijn fucking leven, leven voor het voorbij is. Ik wil niet in een schermpje staren en lezen hoe mooi dat klote bos is en wat je er allemaal kunt doen, als je er midden in loopt. Ik wil echte gesprekken en ervaren hoe leuk of tering saai het is. Alsof je dat ooit leest bij een status update. Gezellig met z’n vieren aan het bowlen, maar d’r is geen kloten aan want Harriet is beledigd zoals gewoonlijk en Tinus wil geen drinken halen, die luie flikker. Ik ga naar bed. Oh en Harry wilde geen foto nemen want hij zei dat er geen knopje op m’n gsm zat, de sukkel! Langzaam aan overkomt het je en er is geen weg terug. Tegenwoordig als ik thuis kom na zo’n avondje kl-appen met vrienden, kijk ik even op facebook om te zien of ik het gezellig gehad heb en hoeveel mensen dat leuk vonden.
Ik wil in een winkel gewoon een nieuwe pot jam proberen. Van het schap pakken en meenemen. Niet eerst mijn gsm erbij houden en dan de pot scannen om vervolgens in een forum van de website van de pot te lezen dat het kutzooi is. Want er zitten tien gasten die beweren dat het niet te vreten is, dus laat ik het maar staan. Nee! Ik wil daar zelf achter komen. En nog zoiets, stel je loopt ergens en je hoort een liedje in de winkel of waar dan ook. Je hoort een liedje en je denkt, leuk liedje. Kan je je gsm in de lucht houden en op gegeven moment lees je wie het zingt en wat hij zingt. Wow… wat een app man. Ik geloof echt dat ze willen dat je zo min mogelijk cellen gebruikt. Dat doe je maar tijdens wordfeud. Ik weet nog dat ik er tijdens pre-internet, jaren over deed om er achter te komen welk nummer ik gehoord had. Dat ik daar blij om was dat ik er eindelijk achter was gekomen. Dat een melodie in mijn hoofd bleef hangen, jaar na jaar na jaar tot ik er ooit achter kwam. Dat bepaalde nummers mij nog steeds een brede grijns geven omdat ik er toen achteraan moest. Leuk.
Techniek en ontwikkeling prima, maar laten we niet uit het oog verliezen waar we het voor doen. Om zo veel mogelijk geld binnen te harken. Want voor al die non-communicatie betaal je. Ja, maar ik heb een abonnement en een bundel… dus? Heb je een gratis abonnement? Nee, maar het is maar een tientje per maand. Dan betaal je toch? Ja maar ik heb zoveel smsjes gratis en ik kan de eerste vijf minuten gratis bellen. Maar jij belt altijd een half uur!? Ik bedoel: qua gemak zijn we er wel zo’n beetje met navigatie en smsjes. Eventueel een weerbericht of een filemelding, geen gek idee. Dat je een foto kan maken van de aanrijding die je veroorzaakt hebt omdat je zat te smsen, ook handig. Verder kan je prima zonder hoor. Want je moet er toch niet aan denken dat je ineens als antwoord terug krijgt: Ja… ik denk ik kijk even snel want jij had toch je ogen dicht, of dat er misschien nog andere standjes waren…