De Muze in de rij

Deel 2

“Dit duurt eeuwen! Moet je kijken wat een rij. Verschrikkelijk en dan één kassa open dat geloof je toch niet?!” Harry keek verveeld over het winkelwagentje. Zwaar geïrriteerd naast hem en half leunend op het wagentje, zijn roodharige metgezel. “Oh ik krijg hier toch zo de tyfus van.” “Hè rustig nou. We moeten er toch, hoe dan ook door en het komt vanzelf goed.” Probeerde hij moedig maar tevergeefs. Dat wist hij ook wel. “Nou ik had graag gezien dat het wat sneller, vanzelf goed kwam. Moet je zien, de caissière valt nog net niet in slaap.” Laatstgenoemde keek onze kant op. Met een brede nep grijns zwaaide ze naar de caissière. Harry begroef zijn gezicht in zijn handen. “Waarom kijk je niet nog wat rond of we niks vergeten zijn?” Ze draaide zich vol om naar Harry. Keek daarna met open mond naar links en naar rechts vervolgens weer naar Harry. Waarna ze zich nog even geïrriteerd weer  omdraaide. “Waarom heb je zo’n haast vandaag muts?” “Het is Muuz niet muts. En ik heb haast omdat ik een goed idee heb en een zeker iemand, ik noem geen namen… Zijn notitieboekje vergeten is en… Zijn telefoon. Zeker te cool om je telefoon mee te nemen. Zeker te 2013… Nep hipster, nepster.” Harry had spijt dat ie het vroeg. “Als je nou gewoon je mond houdt en je concentreert blijft het idee misschien hangen Muze.”

De rij bewoog een halve meter naar voren. “Oh mijn god, we bewegen…even de spinnenwebben afschudden.” Ze keek hem aan. “Wat? Is toch zo?” Harry keek om zich heen. “He…kijk pepernoten.” “Ja goed idee.” Muze draaide zich om en hield haar mond dicht terwijl ze d’r wangen opblies. “Hah hah erg leuk.” D’r wenkbrauwen schoten even omhoog terwijl ze zich weer omdraaide. “Ik ga roken, zie je zo buiten wel.” Ze wurmde zich tussen de rij klanten heen daarbij iedereen aanstotend en opzij duwend. Harry schudde zijn hoofd en glimlachte ongemakkelijk naar de persoon voor hem in de rij. Hij bekeek de inhoud van het karretje. Veel soeps was het niet. Veel slechte zooi die eigenlijk niet nodig was maar hij had geen zin om zich er mee bezig te houden. Belangrijker was het bezoek aan de huisarts morgen ochtend. Al een tijdje had hij last van hartkloppingen, tenminste daar leek het op. Het was niet een regelmatig iets en zeker niet een gebeurtenis waar je de klok op gelijk kon zetten. Het was ook niet zo dat het met stress te maken had volgens hem. Soms wel, maar soms ook weer niet. Misschien dat de huisarts hem verder kon helpen? Muze was na vijf minuten on-line al tot een sluitende diagnose gekomen en was er heilig van overtuigd dat hij binnen een paar weken, door overmatig drank en nicotine gebruik, dood ging. “Zal ik Monuta vast bellen?” Had ze gevraagd. Hij wilde zich niet door zoveel positiviteit laten leiden en wilde er zeker van zijn dat het niks ernstigs was, vandaar het bezoek aan de dokter morgen ochtend.  Hij had hem al in geen jaren gezien.

“Boe!” Klonk het in zijn oor en Harry keek geschrokken op. Hij had haar niet terug zien komen. Ze stond achter hem en stopte haar handen in zijn zakken. “Koud buiten. “ “Ja dat voel ik.” De rij schoof weer naar voren en Harry kon de boodschappen op de band gaan leggen. Ze lagen er koud op of er klonk een bel. Harry keek op en zag dat de rij nog langer was dan zojuist. “Ja hoor, nu gaan ze een andere kassa opendoen. Als al je boodschappen er op liggen.” Ergerde Muze zich. Er kwam een, vers gebakken caissière aangelopen die plaatsnam bij de volgende kassa. “De eerstvolgende mag hier komen.” Sprak ze veel te zacht. “Ze had wel eens wat eerder van het schijthuis af mogen komen. “ Zei Muze, uiteraard veel te luid. “Je hebt niet bepaald het eeuwige leven wel?”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *