Deel 3
Harry duwde de deur van de dokterspraktijk open en ging naar binnen. Via een halletje kwam hij in een totaal verlaten wachtruimte. Hij keek op zijn horloge. “Hé misschien is het gewoon een heel slechte arts…” Hoorde hij haar stem naast zich zeggen. Hij keek naar Muze. “Ik ben al gespannen genoeg ja…” Boven een schuifraam hing een bordje met de tekst, hier melden. “Moet ik kloppen of op een belletje drukken?” “Ik zie anders geen bel Einstein” Antwoordde Muze gevat als altijd. Harry klopte op het raampje en niet veel later schoof het met een ruk open. Een gezette dame met opgestoken haar zat aan een bureau met een telefoon tussen haar schouder en oor geklemd. “Naam?” “Harry…” Ze stak haar hand op en gebaarde in de telefoon. Harry knikt geduldig maar geïrriteerd. Ze sprak in de hoorn en schreef wat dingen op. Harry steunde op de vensterbank en keek rond. Muze vermaakte zich inmiddels met de folders uit het rek. Zo’n typisch standaard wachtkamer folderrek. Wat nooit op lijkt te raken omdat niemand er wat uit haalt. Ze verplaatste de folder van een leven met kanker naar de uitvaartfolder. De folder van Parkinson zette ze schuin neer en de folders van incontinentie zette ze bij folders van een kinderdagverblijf en luieruitslag. “Grow up.” Fluisterde Harry. “Kan ik u helpen?” Harry draaide terug naar de assistente en gaf zijn naam. “Loopt u maar door hoor, u bent de eerste.” “Sta je daarvoor te wachten? Had ze je niet door kunnen wijzen?” Zei Muze geërgerd. “Dank u.” Zei Harry en hij opende de deur naar de spreekkamer.
“Kleed u zich maar weer aan.” Zei de dokter tegen Harry. “Thats what she said.” Voegde Muze daar aan toe, spelent met het plastic geraamte in de spreekkamer. Hij legde zijn stethoscoop naast Harry op de behandeltafel en liep terug naar het bureau om op zijn computer wat gegevens in te voeren. Harry pakte zijn overhemd van een haakje en kleedde zich aan. “Heeft u veel last van stress?” Vroeg de dokter. “Niet dat ik weet dokter. Volgens mij niet.” Harry stond op en ging bij de dokter voor het bureau zitten. Muze stoof op de behandel tafel af en stortte zich op de stethoscoop. De printer begon te ratelen. “Hoe slaapt u?” “Tja…niet bijzonder. Zes uur per nacht.” Antwoorde Harry. Achter hem hoorde hij Muze diep hijgen. Hij keek om en zag in een flits hoe ze ongemakkelijk met het ene eind van de stethoscoop van de onderkant in haar grijze trui naar haar eigen hart stond te luisteren. “U moet maar even bloed gaan prikken. Nuchter.” Voegde de arts er aan toe. Er kwam een ingehouden lach vanaf de behandel tafel. “Laat maar, te makkelijk.” Sprak Muze. “Nuchter?” Vroeg Harry. “Ja dat is lang geleden he…” Fluisterde muze. “Even niets nuttigen voor het slapen gaan en dan in de ochtend eerst prikken.” De dokter draaide zich naar de printer, haalde er een vel papier af en vouwde het op om het vervolgens in een kleine envelop te doen. Hij gaf de envelop aan Harry. “Geeft u dit maar af bij de balie in het ziekenhuis.” Harry trok zijn jas weer aan en gaf de dokter een hand. “Ik denk dat ik er snel genoeg achter ben waar je last van hebt Harry.” Zei Muze achter hem terwijl hij hoorde hoe ze een rubberen handschoen aan trok.
“Wat is het toch koud.” Zei Harry. “En Donker.” Voegde Muze daar aan toe. “Je hebt vast gewoon last van een winterdepressie…dat komt bij de meeste voor. Niets om je voor te schamen.” “Volgens mij word ik langzaam krankzinnig…” Harry stak een sigaret op en Muze volgde zijn voorbeeld. “Dit moet je dan ook niet doen he…roken!” “Kom eens met wat origineels Muze.” Muze zweeg en pakte Harry zijn hand. “Zullen we broodjes kip eten vanavond? Met die saus die je zo lekker vind?” Harry moest lachen. “Ja wel ja…veel erger kan het toch niet worden geloof ik.”