Driving home for Christmuze

(Deel 2 van 3)

“Ik vind het maar een eng ding.” Sprak Muze terwijl ze haar bovenlip een beetje op trok. “Het is een auto. Hoe is dit een eng ding?” “Gewoon. Hij is gammel en er zit roest op en zo.” “Ja…roest is ook doodeng.” “Hier, het zit zelfs aan de binnenkant.” Ze wees naar een stukje naast de voorruit. “Ik ben al lang blij dat het niet sneeuwt en we de auto kunnen lenen. Scheelt een treinreis.” Harry startte de wagen en deed de radio aan. “Volgens mij is de radio ouder dan de auto. Er zit niet eens een cd of cassette in… Alleen radio!” Sprak Muze verbaast.” “Hé vier wielen, een stoel en een stuur is alles wat we nodig hebben.” “Nou ik vind dit niks hoor.” Muze keek voor de vierde keer haar gordel na en deed haar armen over elkaar. Harry rommelde wat met de tuner van de radio, die alleen maar ruis gaf, tot er ineens een jingle klonk van Sky radio. “Dit is echt wat voor jou.” Zei Harry. “Alleen maar fijne kerstnummers, word je vast vrolijk van.” “Die cake ruikt trouwens wel erg zeg.” Zij Muze snuivend. “Ja…iets te veel vanille poeder…” Sprak Harry binnensmonds. Hij had zijn best gedaan een cake te bakken voor zijn ouders en de rest want hij wilde niet met lege handen komen of met iets simpels uit de supermarkt.

“Simply having a wonderfull christmas time!” Muze zat luidkeels mee te blèren op Sky radio terwijl Harry geconcentreerd op de weg lette. “Mag het wat minder?” “Hoezo dit is toch leuk!” “Schitterend.” Zei Harry terug. “Maar ik probeer me op de weg te concentreren.” “Ben je niet blij dat we naar je ouders gaan?” “Ja…maar ik wil er ook wel aankomen. Niet dat ik straks kling klokje klingeling hoor terwijl ze mij van het asfalt af schrapen.” “Bells will be ringing!” Zong Muze met het volgende nummer van de Eagles mee. “This sad, sad noon” “Kijk kerst-blues, dat is wat we willen horen.” Zei Harry terwijl hij de afrit nam. “Ik wist wel dat je dat leuk vond jankerd.” Harry wilde wat terugzeggen maar op dat moment draaide ze zijn gezicht naar hem toe en zong, “Oh what a Christmas, to have the blues!”

“Hoi jongen hoe is het?” Harry’s moeder stond in de deuropening. “Goed mam. Kijk…cake, zelf gemaakt, alsjeblieft.” Hij overhandigde de cake, stapte naar binnen en trok zijn jas uit. Zijn moeder legde haar hand op zijn schouder en schoof naar hem toe terwijl hij zijn jas nog vast had. “Hoe is het met je Muze?” “Ah… Dat is lief!” Zei muze in zijn oor aan de andere kant. “Jouw moeder is lief!” Zei ze nogmaals nadrukkelijk. “Het gaat goed hoor mevrouw, heel goed.” Sprak ze. “Mam!” Zij Harry. Je verteld haar één keer iets en dat blijft hangen dacht Harry. “Dat was een dingetje. Dat is over, opgelost…voorbij.” Met één hand in haar zij en de andere omhoog sprak ze verontwaardigd, “Dingetje?!” “Oh sorry jongen ik wilde het niet ongemakkelijk maken. Ik was gewoon ongerust.” “Ja mam…het is oké.” “Dingetje?!” Zei muze weer. “Hang je jas maar snel op en kom binnen. De rest is er ook al.” Z’n moeder liep met de cake door naar de keuken terwijl Harry zijn jas op de kapstok hing en zijn sjaal afdeed. “Hé uh Harry…één dingetje. Misschien moet ik mijn dingetje maar ergens anders gaan doen.” “God he je snapt toch ook wel dat ik niet uitgebreid met m’n moeder kan staan praten over mijn geestelijke stabiliteit hier.” “Instabiliteit.” Verbeterde Muze hem boos. “Sorry oké maar…” Harry zuchtte. “Laat ons alsjeblieft niet ook nog ruzie maken. Het word zo meteen vast nog, net als elk jaar erg genoeg.” “Dat zal je er dan wel zelf naar maken!” Boos liep ze achter zijn moeder aan. Harry voelde zijn leven met de dag onrealistischer worden en nu moest hij de show gaan ophouden tegenover zijn familie.

“Je ruikt naar vanille.” Was het eerste wat zijn broer tegen hem zij. “Nee je ruikt de cake Robbie.” viel zijn moeder hem bij. Harry ging iedereen plichtsgetrouw af om zogezegd, handjes te schudden. Zijn broer Robert met Magda, zijn vrouw. Zijn jongere broer Tinus met diens vriend Ricardo. Zijn zusje Maria met haar vriend Alexander en als laatste zijn vader, Leen. “Hoi pap.” “Hallo Harry.” De twee keken elkaar begrijpend aan. Ze hadden altijd al, misschien wel als de enige twee van het stel een speciale band gehad. Een band van onbesproken wederzijds begrip. “Waar is Loes?” Vroeg Robbie. “Leef jij onder een steen of zo?” Sprak Tinus. “Nou Robbie doe even normaal ja.” Vulde Maria aan. “Doe zelf normaal ik mag dat toch wel vragen? “We zijn uit elkaar oké. Al een tijdje ook dus niets bijzonders.” Zei Harry. “Niks bijzonders nee.” Sprak Muze. “Maar een klein dingetje.” “Oké.” Ging Robbie verder. “Ik bedoel ik spreek je bijna nooit vandaar dat ik het vroeg.” Magda zijn vrouw keek hem vragend aan. ”Dat heb ik je toch verteld?” “Wat?” “Op de barbecue van de zaak.” Robbie dacht na. “Oh ja dat is waar ook. Sorry…ik weet het weer dat verhaal van die grote neger toch?” Als enige in de kamer lachte Robbie en hij leek de ongemakkelijke stilte niet door te hebben.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *