Op tijd was ik. Op tijd in het gemeentehuis om mijn rijbewijs te laten verlengen. Het was een nieuw gemeentehuis ingericht naar de moderne wensen van deze tijd. Geen omslagnummerbord met luide (irritante) zoemtoon die je bijna onder een bureau doet duiken, maar een HD-flatscreen (twee, aan twee muren…) aan de muur met een hele rits nummers in beeld maar niemand in de hal behalve ik. Niemand, omdat ze tegenwoordig op afspraak werken en niemand daar behoeft te zijn zonder, omdat je dan toch niet geholpen word, maar dit ter zijde. Met zo-één fantastisch stukje high-def-techniek verwacht je een stukje higher-def wanneer je nummer aan bod komt. Getrakteerd werd ik… Een balie medewerker van in de vijftig met blauwe slobbertrui hoorde ik nummer A-703 roepen. Met nadruk op roepen. Ik was de enige daar en ik stond op een kleine vier meter afstand. Het was ook niet mijn nummer dus ik keek hem aan maar zweeg. Nog maar een keer op mijn nummer kijken. Nee ik wist het zeker. B 358 is niet het nummer wat mij zojuist luidkeels werd toegeroepen, ware ik op de markt op zoek naar scholfilet.
B 358 dan. Ja, dat was mijn nummer waar ik al in de vorige alinea zo clif-hangerig mee eindigde. Ik stapte naar de balie en begroette Slobbertrui. Ik overhandigde mijn oude rijbewijs en een nieuwe foto. Daar ging het dan meteen al fout. Ik dacht even vlug na of ik scheld woorden had gebruikt in mijn begroeting of dat ik een spoor van vuil had achtergelaten op mijn weg naar de balie. Ik keek achterom, niets. Mijn foto was verkeerd. Oké… “Ik heb hier nog geen week geleden foto’s gemaakt in dat fotohok.” Ik draaide mij een halve slag naar wijzend naar rechts, naar het fotohok wat in het gemeentehuis staat en wat binnen mijn gezichtsveld viel. In dat stukje techniek ga je zitten en plaats je je hoofd binnen het rode kader zichtbaar op het scherm. Je krijgt drie kansen (die ik hoe het ook anders, allemaal nodig had) om de juiste foto te nemen. Het kost 5 euro, voor vijf dezelfde foto’s, waar je er maar één van nodig hebt. Van de drie foto’s op het scherm was er één fout, die ik… Doe eens een gok…niet genomen heb (ik werk namelijk niet bij de gemeente). Dus hoe in de hel is mijn foto, waar ik vijf hele fucking euro’s voor betaald heb, fout!?
Heb ik per ongeluk mijn zonnebril opgelaten of misschien mijn gewone bril en zie je mijn ogen niet? Had ik mijn Duitse Stahl-helm weer eens op? Zit ik misschien ondersteboven in het hokje? Of verschuil ik mij achter een veel betere foto van een knapper iemand? Neen. “Er is te veel glans op uw hoofd.” Ik neem je niet in de maling, dat is wat hij zij. (Gewoon in mijn gezicht, waar ik bij was en zo…) Omdat van dit soort dingen (Ambtenaren die zo goed opletten dat ze dingen zien die er niet zijn) mijn broek spontaan uit springt en het op een lopen zet. Viel mijn opmerking, “Ik wil wel mijn pruik wel opzetten, maar daar worden jullie ook niet vrolijker van, niet geheel in goeie aarde. Hij opperde dat ik naar een professionele fotograaf moest gaan om mijn hoofd te laten poederen en dan opnieuw een foto moest laten nemen. Hij had er echt over na gedacht, die hele halve minuut tijdens het voorstel van mijn pruik. Soms zou je willen dat je Kojak bij je had. Ik denk dat die die zijn lolly zover in het hoofd van slobbertrui geslagen zou hebben, dat we slobbertrui, dan wel de lolly, niet meer zouden herkennen.
“Ik ga het wel even navragen.” Sprak het baliewonder vermoeid en verdween achter een schot met de foto. Als die gasten denken dat ik opnieuw foto’s ga laten maken, nadat ik in een apparaat wat ze nota-bene zelf hebben goedgekeurd en neergezet, al foto’s gemaakt heb, krijgen ze nog een verrassing. Ik mag toch aannemen dat ze met al die high-tech nog een klein beetje nadenken over de belichting van een foto in een hokje, wat ze zelf in hun gemeentehuis neer keilen? Ik ben niet de enige (knappe) kale vent toch? Zo meteen krijg ik nog sterallures met al die fotografen die mijn plaatje willen schieten, als ware ik Herman den Blijker, Pierre Wind, Frits Wester, Bryan Cranston, Bruce Willis of Vin Diesel. (Om maar een paar eveneens haarloze knapperds te noemen). Waarschijnlijk vraagt ‘ie ook nog om een handtekening zo. (Nou dat zullen we nog wel eens zien). Ik vraag mij af of zij ook zo’n moeite hebben op het gemeentehuis voor een rijbewijs. Een auto heb ik niet, laat staan de bolides die mijn kale broeders in de garage hebben. Ik vraag mij af of slobbertrui bij hen ook zo moeilijk doet en niet meteen weg kwijlt achter zijn balie. Volgende keer toch maar mijn visagist dan wel stylist meenemen naar het gemeente huis. Daar draait Maik de Boer zijn handen niet voor om lijkt mij zo.
Terwijl hij aan zijn team-manager-balieverkeer aan het vragen is of mijn uber-kaalheid houd op een roze stukje plastic van plus achtendertig euro. Bekijk ik één van de andere vier foto’s waar ik niets meer mee doe. (Had ik al verteld dat ik ook nog eens vijf, jawel vijf…hele euro’s voor die schitterende foto’s betaald heb)? Ik kan dus, hoe ik ook bij-schijn, niets maar dan ook niets van een glans, dan wel overdreven glans ontdekken. Nu ben ik natuurlijk bevooroordeeld want ik kijk wel vaker tegen mijn kaalheid aan. Dat begint al in de ochtend bij het net ontwaken als ik even knipoog naar de spiegel op het plafond. Dan bij het scheren en de rest van de dag wanneer ik een spiegel dan wel weerspiegeling in een ruit of gewoon schaduw passeer. Slobbertrui is terug en de manager-team-balieverkeer-en-overige-zaken-van-totaal-geen-belang heeft mijn foto goedgekeurd. Hulde! En ja…hij wil ook nog mijn handtekening, binnen het kader, met pen, niet vlekken a.u.b.
Even twijfel ik of ik, voor slobbertrui, er bij zal schrijven…