Soms haat ik Facebook. Ik heb het dan niet over de onstopbare opmars van reclame diarree of ander ongewenste, geestdodende aanbiedingen om spelletjes te doen dan wel plaatjes te moeten delen. Plaatjes waarmee ik dan aangeef hoe geweldig, heerlijk, fantastisch het is met en vooral hoe dankbaar ik ben met broer, zus, moeder, tante, vader, poes, hond, cavia of de zon. Maar meestal gewoon poes.
Ik heb het over mijn eigen zoek gedrag. Inderdaad dikke bult. Soms kijk ik bij mensen uit mijn verleden om te zien hoe het leven er bij staat. Ze staan niet in de vriendenlijst maar hebben gewoon alles open en staat het nog altijd. Ze lijken door te gaan met hun leven. Wat logisch is want om nou niet door te gaan, gaat ook niet echt ergens over. (Hoewel) Maar ik vraag mij dan wel eens stilletjes af. Denk je nog wel eens aan toen? Of ben ik daar ook weer alleen in? Dat kan ik mij maar moeilijk voorstellen. Ik weet wel dat er herinneringen zijn die sommige mensen liever heel ver weg stoppen. Misschien met als doel, de hoop dat ik het dan wel vergeet. Maar ik vergeet het nooit… Want feiten blijven feiten ook al hebben we het er nooit over. (We komen elkaar vast nog wel eens tegen ná de apocalyps wanneer wij in een van anarchie gehulde maatschappij ronddolen op zoek naar voedsel. Raad eens wie er geen hapje van de beschimmelde donut krijgt).
Ik ben altijd meer van de achtergrond geweest. Ik zou niet snel foto’s online zetten van mijzelf dan wel van dingen die ik mee maak. Niet mijn ding. Ik zou nog vele malen opener kunnen zijn over dingen die ik ooit meemaakte. Maar ja sommige dingen zijn beter af daar waar ze niet om de haverklap verschijnen. Maar zoals gezegd zijn dus sommige van mijn “spoken uit het verleden” helaas een stuk opener. Waarom zoek ik daarnaar vraag je je misschien af. Tja… Waarom niet? Ik heb er niet duidelijk een aanleiding voor. Misschien wil ik wel zien hoe slecht het met ze gaat? Dat ik een foto zou zien waarbij ze bij de Lidl boodschappen zie doen. Losers! (Mijn hersens realiseren zich nog niet dat ik arm ben en zelf niet verder kom dan de Aldi in plaats van de Appie) Zij zetten die shit online, ik toch zeker niet? Wat het ook is, het zet mij altijd even aan het denken. (Don’t worry, één keer per jaar kijken is echt meer dan genoeg). Hoe dan ook is het een morbide nieuwsgierigheid die zich bevredigd wil zien. En ja…nieuwsgierigheid word het poesje altijd fataal.
Of de duivel er mee speelt (Gezellig) word ik tijdens het schrijven van dit stuk benaderd door een oude bekende. Iemand die ik al ruim twee en half jaar niet meer gesproken of gelezen heb. Iemand waarmee ik ten strijde ben getrokken tegen mijn adolescentie en de zijne. Een strijd die wij beiden verloren maar draagbaar werd door de verbroedering. Op gegeven ogenblik ontstond er een situatie waar ik niet blij mee was. In mijn ogen maakte die persoon een verkeerde keuze in een bepaalde zaak. Dat is dan nog tot daar aan toe, ook al voelde ik mij zwaar achtergesteld. Maar om dan met redenen aan te komen die alles behalve oprecht waren en kant nog wal raakten, ging mij een brug te ver. Je kan logischerwijs niet iedereen altijd te vriend houden. En als je keuzes moet maken zit er altijd wel een zeikerd tussen (haai). Maar wees dan wel open en oprecht en zeg gewoon hoe het zit, tegen naar wat lijkt je beste maat te zijn. Dacht dat we daar vrienden voor waren? In gesprekken kwamen we daar niet uit. Toen ik ook nog een iets in mijn schoenen geworpen kreeg wat ik onterecht vond werden de gesprekken moeilijker en werd het stil. Uiteindelijk zijn we daar re-de-lijk overheen gekomen. Maar hetzelfde werd het niet meer. We mailden nog wat en ik begreep dat hij een burn-out had. Waarna ik hem maar even met rust heb gelaten.
Dat duurde bijna twee en half jaar en gisteren ontving ik, na eerst een algemeen mailtje wat naar “iedereen” ging over een te houden picknick, een mail die direct aan mij gericht was. Drie zinnen die verstuurd waren alsof wij elkaar van de week nog gesproken hadden. Ik begrijp dat als je mij zou bellen, het moeilijker zou zijn en als je dan probeert een oppervlakkig gesprekje te starten, prima. Maar via mail is die drempel toch een stuk lager lijkt mij? Om je de waarheid te zeggen vond ik het een flut mail. Ik kon er helemaal niks mee. Het leek een, in een minuutje in elkaar geflanste tekst te zijn. Ik hoop toch van niet. Zeker niet gezien het feit dat ik over het antwoord terug, enkele uren heb gedaan. Achteraf misschien zonde van mijn tijd. Maar ik wilde het goed formuleren. Overigens heb ik vrienden die ik lange periodes niet spreek. Waarbij het inderdaad lijkt alsof, wanneer wij elkaar dan weer horen of zien, dat het als de dag van gisteren is en er geen tijd is verstreken. Maar door de voorgaande shit denk ik toch dat ik het nu niet had. Het gat van twee en een half jaar zat er duidelijk tussen in. Het komt misschien ook wel omdat ik nog niet zo heel lang geleden besloten had dat ik er klaar mee was. Zal je altijd zien, dan komen ze juist. Bij het opruimen van m’n inbox (hoe modern) gooide ik z’n mailtjes weg. Ze stonden daar als een verhuisdoos met zooi in een hoek. Zo’n doos die je op zolder of in de kelder hebt staan en waar je altijd je voet aan stoot. Je weet dat je hem beter kan weg keilen maar je doet het niet. En als je dan ein-de-lijk die zooi hebt verwijderd komt Murphy om een hoekje vragen waar z’n doos is. Rot op.
Ik heb onder andere maar gezegd dat ik er nu na tweeënhalf jaar niet zo heel veel zin meer in heb. Ik ben ook wel een beetje klaar met mensen die eigenlijk alleen bij zichzelf stil staan. (En dat is ook een manier, maar houd dat dan voor jezelf en leg het niet op). Ja… Hoe gaat het ermee… Word er in de eerste zin nog keurig opgeschreven. Maar misschien en dit is niet iets waar ik echt heel lang over heb nagedacht, zou je kunnen beginnen met: “He het is nu al wel heel lang geleden en ik vraag mij vaak af hoe het met je is. Kunnen we misschien proberen weer iets van een draad op te pakken? Hoe gaat het met je?” En dan verder maar gewoon even wachten wat er terug komt. Een klein stukje interesse tonen en wachten… Geeft een heel ander beeld dan wanneer je meteen over jezelf begint. Daar zit niemand echt op te wachten na jaren van stilte denk ik. Althans, niet op die manier in die situatie. Ongetwijfeld bedoelde mijn oude vriend het goed. Zoals alles ooit goed bedoeld was. Maar je (ik) mag ook gewoon passen en dingen laten voor wat ze zijn.
Ik denk dat ik liever oprechte vrienden om mij heen heb die ik zelf uitkies dan mensen die menen dat ze het recht hebben. Sprekend met een andere dinosaurus uit mijn verleden beaamde ze dit. Soms staan mensen je maar raar aan te kijken als je gewoon voor jezelf kiest. Niet alleen omdat je voor jezelf kiest…maar ook omdat je kiest en omdat je een keuze durft te maken. Het is mijn Donut en ik schraap de schimmel er gewoon af.
Van mijn oude vriend heb ik geen antwoord meer gehad.